De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) houdt bedrijven bij de les

27 mei 2022
Knipsel Nea 1.JPG

Zuiniger omgaan met het milieu moeten we allemaal. Vooral bedrijven moeten flink minder CO2 uitstoten om aan de voorwaarden van het Klimaatakkoord te voldoen. De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) ziet erop toe dat dit gebeurt. Maar hoe gaat dit precies in z’n werk? We vroegen het Harry Geritz, Hoofd Energie voor Vervoer bij de NEa.

De NEa is een onafhankelijke nationale autoriteit diecontroleert of bedrijven genoeg bijdragen aan een klimaatneutrale samenleving. “Binnen de NEa geven we onder meer uitvoering aan de RED – Renewable Energy
Directive – met de regelgeving Energie voor Vervoer, en het EU ETS; het European Union Emissions Trading System”,
legt Harry Geritz uit. “ETS is het grootste handelssysteem ter wereld voor de industriële CO2-uitstoot. Jaarlijks moeten bedrijven emissierechten kopen voor de hoeveelheid CO2 die ze uitstoten. Bedrijven die concurreren op een internationale markt krijgen een deel van hun emissierechten gratis. En bedrijven met schone productiemethoden
krijgen relatief meer rechten gratis dan bedrijven die minder schoon produceren.”

INVESTEREN IN EMISSIEREDUCTIE
“De industrie betaalt dus geld voor de CO2-uitstoot”, vervolgt Geritz. “Bovendien is het aantal beschikbare rechten
beperkt en dit aantal gaat ook nog eens elk jaar omlaag. Het systeem zit zo in elkaar dat de Europese industrie gedwongen wordt om geleidelijk naar nul uitstoot in 2057 te gaan. Je kunt als bedrijf betalen voor emissierechten en de uitstoot afkopen, maar dat geldt ook voor investeren in schonere productiemethoden, zodat de uitstoot van CO2 blijvend omlaag gaat. Investeren in emissiereductie dus. Ieder jaar moeten bedrijven emissierechten inleveren in
lijn met hun uitstoot. Het is onze taak om te kijken of alles goed en volgens de regels gebeurt. We controleren en
handhaven streng als dat nodig is. Dat moet ook wel, want een correcte bepaling van de uitstoot en de betreffende
afrekening is cruciaal voor een meer duurzame toekomst. We geven voorlichting, gaan op inspectie bij bedrijven en
doen nader onderzoek naar de cijfers. Ook controleren we de verschillende rapportages die de bedrijven verplicht
moeten aanleveren.”

MEER HERNIEUWBARE ENERGIE
Harry Geritz geeft leiding aan het domein Energie voor Vervoer. “Hierbij draait het om de regelgeving en het uitvoeren van beleid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De belangrijkste doelstelling is het ‘vergroenen’ van vervoer. Dit doen we door een verplichting op te leggen aan brandstofleveranciers: voor alle geleverde benzine en diesel – met uitzondering van de zee- en binnenvaart – geldt dat een bepaald percentage
aan hernieuwbare energieingezet moet worden. Zo moest in 2020 10% van alle geleverde benzine en diesel
bestaan uit duurzame hernieuwbare energie. Daarnaast richten we ons op de CO2-reductie in de brandstofketen:
die moet met 6% omlaag ten opzichte van 2010. We doen het goed als land: Nederland behoort tot de top van Europa als het gaat om de inzet van hernieuwbare energie.”

VERGROENINGSAGENDA
En er speelt meer, zoals het ‘Fit for 55 pakket’. De voorstellen uit dit pakket moeten invulling geven aan het doel van de Europese Unie om in 2030 55% minder emissies uit te stoten dan in 1990. “Er ligt een enorme vergroeningsagenda die moet worden uitgevoerd”, zegt Geritz. “Nederland zet op meerdere gebieden in om daarin koploper te zijn. De inzet van niet-biologische hernieuwbare brandstoffen en rijden op hernieuwbare elektriciteit ontwikkelt zich snel door. Het gebruik van biobrandstoffen wordt in de nieuwe kabinetsvisie zelfs expliciet genoemd. We maken in Nederland heel veel gebruik van afvalstoffen, bijvoorbeeld door diesel te maken van gebruikt frituurvet.
Binnen de NEa proberen we de ontwikkelingen qua beleid en in de markt op de voet te volgen. Op basis hiervan
adviseren we de verschillende ministeries. Nieuw beleid toetsen we vervolgens op uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid. En of het te handhaven is natuurlijk”.

CONTACT
Er is afgelopen jaar veel discussie geweest over de reductieverplichting voor bunkeraars, leveranciers aan de binnenvaart. Geritz: “Deze verplichting is een jaar uitgesteld omdat omliggende landen nog niet zover zijn. Hierdoor zou oneerlijke concurrentie kunnen ontstaan, omdat de bunkeraars in Nederland vanaf de vullocatie hogere prijzen zouden moeten rekenen dan in België en Duitsland. NOVE heeft hier actief aandacht voor gevraagd bij de politiek.
Zelf onderhouden we ook actief contact met NOVE – en natuurlijk de betrokken bedrijven. We ondersteunen en ontlasten, zodat zij optimaal kunnen werken aan het vergroenen van het Nederlandse vervoer. Ook gaan we met
bedrijven in gesprek over waar de regelgeving schuurt met de praktijk en waar ruimte is voor verbetering. Verder organiseren we voorlichtingsbijeenkomsten en leggen we bedrijfsbezoeken af. En op onze website geven we niet alleen uitleg, maar staan ook instructievideo’s en nieuwsberichten.”

CHECK DE EISEN
Waar moeten zelfstandige brandstofhandelaren vooral op letten wat Geritz betreft? “Voor de brandstofhandelaren
met een verplichting is een goede administratie belangrijk. Wij kunnen dan vaak snel beoordelen of ze voldoen aan
alle verplichtingen. Voor brandstofhandelaren die inboeken in ons register – en dus zelf hernieuwbare brandstofeenheden creëren – kan het soms best een uitdaging zijn om alle voorwaarden en regels goed te kennen. Mijn tip: meld je bij de NEa, ook als je denkt dat je het wel begrijpt. Ga het gesprek aan met ons, met elkaar en met
NOVE om inzichten en ervaringen uit te wisselen. Kijk ook goed wat er per 1 januari allemaal aan eisen veranderd is en wat er aan zit te komen. Speel hier alvast op in, zodat je straks niet vastloopt. Vooral rond de bewijsvoering van geleverde biobrandstoffen zien we nog wel eens zaken fout gaan. We handhaven, maar laten bedrijven ook graag zien hoe het anders kan. Hiermee proberen we bedrijven echt verder te helpen, want we hebben alle inzet van alternatieve brandstoffen nodig. Komen we zaken tegen die niet passen binnen de wet- en regelgeving, maar waarvan we wel vinden dat ze mogelijk zouden moeten zijn, dan overleggen we met mensen van het ministerie. Zij kunnen dan besluiten of de regelgeving wordt aangepast. Zo werken we allemaal samen aan het behalen van de klimaatdoelen.”

 

Origineel

Tablet portrait

Mobile portrait

Mobile landscape