De stichting VOS bestaat al sinds 1990. Leden van de toenmalige vereniging konden zich toen vrijwillig aansluiten bij de stichting VOS.
Tijdens een NOVE-ledenvergadering van de sectie Binnenvaart-Visserij in 2003 hebben de aanwezige leden, voor zover nodig, zich collectief aangesloten en is besloten dat alle eventuele nieuwe leden verplicht moeten deelnemen aan de stichting VOS.
Deelname aan de stichting houdt kortweg in dat het bunkerbedrijf:
- brandstof verkoopt dat minimaal aan de huidige VOS-specificatie voldoet,
- het VOS-logo niet misbruikt voor andere, minder waardige, producten
- zich minimaal houdt aan de bunkerregels van de stichting Vignet Olie Scheepvaart.
- bij misbruik, na een waarschuwing, een boete ontvangt en/of hiervan met naam en toenaam melding gemaakt wordt in een of meer dagbladen of periodieken.
- bij misbruik het logo niet meer mag voeren. De volledige tekst, kunnen de deelnemers downloaden bij de werkgroep "deelnemers stichting Vignet Olie Scheepvaart".
Bunkerregels:
Regels voor de overslag van vloeibare en vaste (brand)stoffen op bunkerplaatsen voor de binnenscheepvaart (verkorte, vereenvoudigde webversie)
Artikel 1 ALGEMEEN
- Voorwaarden zijn geldig voor overslaginrichtingen aan en op het water.
- Voorwaarden zijn geldig voor bunkerplaatsen en bunkerschepen.
- Vloeibare en vaste (brand)stoften zijn in deze voorwaarden scheepvaartbrandstof
Artikel 2 OVERSLAGINRICHTINGEN
- Overslaginrichtingen moeten tegen een overschrijden van de toelaatbare druk beveiligd zijn.
- Door middel van een noodstopinstallatie moet de overslag onmiddellijk gestopt kunnen worden.
- De overslagleidingen voldoen aan de wettelijke normen. doch moeten tenminste volgens het nominale drukniveau 10 van DIN 2501 zijn uitgevoerd.
- Beweegbare overslagleidingen moeten zodanig geconstrueerd en geïnstalleerd zijn, dat zij tijdens de overslag alle bewegingen van het volgens voorschriften (BPR en RPR) vastgemaakte schip vrij kunnen volgen.
- Tijdens afkoppelen mag het oppervlakte water niet verontreinigd worden. Het bunkeren moet uitsluitend volgens het 'Volle Slang Systeem" worden uitgevoerd.
- Drukmeters zijn vereist en moeten gemakkelijk door het bedieningspersoneel geraadpleegd kunnen worden.
- Smeerolieverpakkingen van meer dan 25 kilogram, moeten met een hef werktuig aan boord van het binnenvaartschip kunnen worden geplaatst.
Artikel 3 VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN, BESCHERMINGSMAATREGELEN
- In de nabijheid van de overslaginrichting moet een bord met de volgende aanwijzing duidelijk zichtbaar geplaatst worden:
"Het bunkerende binnenvaartschip moet een bunkerwacht aanwijzen".
De bunkerwacht is degene die tijdens de bunkering voortdurend toezicht houdt.
- Voorafgaande aan de bunkering moeten afspraken gemaakt worden over de communicatie tussen bunkerstation/bunkerschip en het te bunkeren schip. Een geschikte communicatieverbinding moet gegarandeerd zijn.
- De bunkering moet in geval van gevaar onmiddellijk onderbroken worden.
- Er moeten geschikte middelen klaar staan, die onmiddellijk ingezet kunnen worden om bij morsing een uitbreiding van de verontreiniging op het water te voorkomen.
- De volgende beschermingsmaatregelen bij ongevallen moeten worden genomen (volgens ADN 5.4.3.) zoals vermeld in de ADN schriftelijke instructies.
- Overslaginrichting moet van lekbakken voorzien zijn.
Artikel 4 BEDRIJFS- EN GEDRAGSVOORSCHRIFTEN
- Het bunkerstation/de bunkerboot moet een precieze kwantiteitsopgave van de af te geven brand- en smeerstoffen opvragen. Tijdens de bunkering dient het ontvangende schip regelmatig te controleren of de opgegeven hoeveelheid daadwerkelijk kan worden ontvangen.
- Het bunkerstation/de bunkerboot moet een verantwoordelijk persoon benoemen.
- De bunkerwacht mag aan boord van het te bunkeren schip geen werkzaamheden uitvoeren die niet direct met de bunkering verband houden.
- Bij het bunkeren moet het te bunkeren schip zijn snelheid zover verlagen, dat een bunkering zonder gevaar mogelijk is. Het te bunkeren schip vaart niet sneller dan strikt noodzakelijk is om een veilige koers te varen. De ladingpomp moet bij gevaar afgezet worden.
- De bunkerboot moet tijdens de vaart volgens voorschriften (BPR en RPR) aan het te bunkeren schip vastgemaakt zijn. Tijdens de bunkering moet de bunkerboot altijd gereed zijn om op eigen kracht te kunnen manoeuvreren.
- Bij duisternis moeten de overslaginrichtingen aan boord van de bunkerboot voldoende verlicht zijn.
- Er mogen uitsluitend goedgekeurde tappistolen gebruikt worden. Deze moeten in lekbakken opgehangen worden.
- Slangen en elektrische kabels mogen niet door trekken belast worden en niet boven de toelaatbare grens krom getrokken worden.
- De bij het ontkoppelen van de overslagleidingen moet lekvloeistof opgevangen worden. Open opvangbakken moeten dagelijks geleegd worden.
- Lekkages in het leidingensysteem moeten onmiddellijk verholpen worden. Uitvloeiende stoffen moeten opgevangen en verwijderd worden.
Artikel 5 ONDERHOUD
- De exploitant van de overslaginrichting is verplicht deze goed te onderhouden.
- Slangen dienen bij gebruik gecontroleerd te worden op uitwendige beschadigingen.
Artikel 6 PERSONEEL
Voor de uitvoering alsmede de bewaking van de overslag mag alleen betrouwbaar en deskundig personeel ingezet worden. Het personeel moet vertrouwd zijn met de overslagmiddelen en met de bewakingsinstallaties en het moet in geval van gevaar alle nodige spoedmaatregelen uit te voeren. Kennis van de bijzondere eigenschappen van de producten {brandgevaarlijkheid, gevaar voor waterverontreiniging) is noodzakelijk. Het personeel moet regelmatig (interne) bewustwordingstrainingen volgen.
Artikel 7 NALEVING
Indien deze regels in de praktijk niet worden nageleefd, is het bunkerbedrijf verplicht de bunkering onmiddellijk af te breken.